Tijd van de Grieken: 3000 v.C. - 500

 

Men kon slaaf worden door oorlog, geboorte, schuld, als straf, door zeeroverij en door veroveringen, maar arme boeren verkochten zichzelf ook wel eens voor een bepaald aantal jaar. 

Er was makkelijk werk, zoals een leraar, maar er was ook zwaar werk, zoals werken in de mijn. 

De slaven werkten vooral in groeves, dat is een vorm van dagbouw in open lucht waarin zand, steen, koolwaterstoffen of mineralen wordt gedolven, soms waren er ook huisslaven of werkten ze op het platteland. 

Eerst werden slaven gezien als dingen, maar later werden ze best goed behandeld en soms zelfs beschouwd als onderdeel van het gezin. 

De meeste slaven kwamen uit Klein-Azië.